Drinkwatersystemen op het schip kunnen bestaan uit stijve leidingen, flexibele slangen of combinaties daarvan. Een snelle installatie garandeert het Quick-Connect-systeem, waarbij kunststofbuizen van de juiste maat in combinatie met verschillende demontabele verbindingsstukken kunnen worden gelegd. Het verbinden van slangleidingen gebeurt met geschikte fittingen, klemringkoppelingen en slangklemmen. Bij de installatie van boordtoiletten onder de waterlijn bestaat het gevaar dat bij een open afsluiter zowel vanaf de inlaat- als de uitlaatzijde via het boordtoilet water het schip binnen kan dringen. Zwaanhalzen, zodanig gemonteerd dat ze ook bij een gekantelde ligging van de zeiljacht ongeveer 20 cm boven de waterlijn blijven, bieden uitkomst. Belangrijk is daarbij dat de zwaanhals een ontluchting heeft. Zonder geïntegreerde ontluchtingsklep blijft aan boord het gevaar van vollopen bestaan, want door kleine bewegingen van het schip kan een pompeffect, het zogenaamde sifoneffect, worden veroorzaakt. Bij installatie aan de inlaatzijde moet erop worden gelet dat de ontluchtingsklep altijd aan de drukzijde achter de pomp wordt geplaatst. Als leidingsysteem voor fecaliën wordt op schepen meestal gasdichte PVC-slang als sanitaire slang gebruikt. Deze speciale fecalienslangen zijn bijzonder dikwandig, geurdicht, flexibel en verkrijgbaar in verschillende diameters.
Slangen & leidingen
