Hal över - bijboot, het bootje of Nachen waren in de zeevaart en de binnenscheepvaart onmisbare, praktische werktuigen. Evenzo gebruikelijk waren de kleinboten in de vroege jachtsport, want de meeste jachthavens hadden vroeger geen steigers. De vaartuigen lagen meestal aan boeien of voor anker en men had een dinghy of een tuffel nodig om over te steken. De tenders werden gezeild, geroeid of gewriggd, wat bij het langszij aanleggen voordelen gaf, omdat de wriggriem in een aan de achterzijde aangebrachte dolle werd geleid. Tegelijkertijd genoten ze eind 19e eeuw ...
- Tuigage & Zeilen
- Touw & bandjes
- Ankeren & Aanmeren
-
De romp & dek
- Lieren & Valwinden
- Klemmen & valstoppers
- Rails & sleetjes
- Puttings & stevenbeslagen
- Deksogen & geleidsogen
- Haken & Ogen
- Handgreep & railing
- Vlaggen & vlaggenstokken
- Ramen, patrijspoorten & luiken
- Windkappen & ventilatie
- Stuurwiel, de helmstok & roer
- Speciaal voor de motorboot
- Het bootje & roeiboot
- Letter & schild
- Positielichten
- Buitenverlichting & dekverlichting
- Kajuit & comfort
- Verf & scheepsbouw
- Elektrische bedrading & motor
- Pompen & sanitair
- Veiligheid & Radio
- Navigatie & lectuur
- Beroepsscheepvaart