Takelgereedschap behoort tot de uitrusting van de traditionele bemanning, die men nodig heeft voor takelen, splitsen, zeilnaaien, kleeden en smarten of voor fancywork. Daartoe behoort een marlspieker, die aan boord als universeel gereedschap geldt. Bij het splitsen dient hij om de afzonderlijke kardeele uit elkaar te drukken; men kan er bovendien vastzittende de knoop mee losmaken of sluiting ermee openen. De variant van de holle spieker biedt voordelen bij het touwsplitsen. Een uit hardhout of nautofoon vervaardigde marlspieker noemt men ook een fitt. Zeer kleine marlspiekers noemt men gebruikt men een pricker. Voor het naaien heeft de takelaar onder andere een zeilmakerhandschoen en een voorsteekpriemp nodig. Beide gereedschappen maken het makkelijker om zeilnaalden of takelnaalden door zwaar materiaal te steken. Traditioneel worden draadsplices en staand want ter bescherming tegen corrosie bedekt met geteerd schiemannsgaren van hennep. Eerst wordt de draad met geteerd of geolied zeildoek omwikkeld, wat 'Smarten' wordt genoemd. Daarna wordt het garen met een houten kleedknuppel strak eromheen gewonden en gekleed.
- Tuigage & Zeilen
- Touw & bandjes
- Ankeren & Aanmeren
- De romp & dek
- Kajuit & comfort
- Verf & scheepsbouw
- Elektrische bedrading & motor
- Pompen & sanitair
- Veiligheid & Radio
- Navigatie & lectuur
- Beroepsscheepvaart
Takelgereedschap & zeilmakergereedschap
