Om te voorkomen dat iemand overboord valt op het open dek van het schip is het, vooral op zee en bij slecht weer, aan te raden naast het reddingsvest ook een reddingsgordel of een tuigje te dragen. Om te voorkomen dat er in geen geval een man-over-boord- of MOB-val plaatsvindt, is ook een tijdelijke of permanente bevestiging van jacklines aan te raden. Een jacklijn is een over het schip gespannen touw of band waaraan de bemanning zich bij zwaar weer of hoge zee kan vasthouden of zich met een veiligheidstuig aan kan haken kan. Bij zeiljachten of traditieschepen kan het touw bijvoorbeeld vrij gespannen zijn van een bevestigingspunt op de boeg tot het hek. De bemanning of de alleenvarende zeiler draagt dan een lifebelt met een veiligheidslijn en een karabijnhaak om in te klikken. Zo is hij gezekerd en heeft hij beide handen vrij voor het dekwerk. Door het gebruik van een harnas met twee uiteinden kan bovendien worden voorkomen dat de watersporter bij het omschakelen van het ene naar het andere bevestigingspunt tijdelijk niet gezekerd is. Stretch-lifelines zijn rekbare, elastische veiligheidslijnen met speciale karabijnhaken, die bestaan uit een elastiek met een hoes van bandmateriaal. Door de in rust optredende verkorting is deze lifeline comfortabeler in de omgang en neigt hij minder tot in de war raken en vastlopen.
Persoons (hoofd)zekering
